Inspiratie

Laurens Moreno is een altvioliste met een grote liefde voor Hongaarse zigeunermuziek.

Zij is overtuigd van de blijvende waarde van de rijke Hongaarse muzikale Roma cultuur, met name van de muziek zoals die is ontstaan in de omgeving van Boedapest. Haar doel is om deze muziek uit de verborgenheid te houden.

In Boedapest bij de huidige generatie zijn er ook nog steeds talenten die laten horen dat er nog steeds toekomst is voor deze unieke muziek. Violisten als Lali Sarkozy, Gyuszi Horvath, Ernö Olah, Miki Lakatos, altisten als Istvan Ruszo, Norbert Olah,  Gyuszi Boni, Csaba Varadi en de cellist Elemér Duka spelen daar nog dagelijks.

Achtergrond

De eerste zigeuners in Hongarije arriveerden rond 1400. Deze zijn via Perzië, Turkije en Griekenland uit India gereisd. Zoals flamenco zijn oorsprong vindt bij zigeuners die uit India via Egypte naar Spanje zijn getrokken, leerden zij de muziek van het land waar zij doorheen reisden, zodat zij ter plekke een inkomen konden verdienen. De muziek die het Laurens Moreno ensemble speelt ligt in de oorsprong bij muziek die Franz Liszt al halverwege de 19de eeuw beschreef als een wezenlijk onderdeel van de Hongaarse cultuur. Liszt luisterde veel naar de manier waarop zigeuners zich de Hongaarse volksmuziek eigen maakte.

Al rond 1700 maakte zigeunervioliste Csinka Panna furore met haar bijzondere spel en rond 1800 verwierf de primas János Bihari met zijn virtuositeit en composities grote roem.

Er is van klassieke componisten als Liszt, Brahms en Haydn grote interesse geweest voor deze muziek, en omgekeerd heeft de klassieke muziek ook invloed gehad op de Hongaarse zigeunermuziek. Er reisden altijd zigeunerorkesten naar bijvoorbeeld Wenen waar een kruisbestuiving plaatsvond wat betreft repertoire en manier van spelen.

Béla Bartók en Zoltan Kodaly zijn in het begin van de 20ste eeuw begonnen onderzoek te doen naar de Hongaarse volksmuziek. Het repertoire is zo groot, dat zij hun levenswerk niet konden afmaken. Dit overkwam ook Pál Járdányi die een systeem probeerde te maken op melodiefragmenten. Nog steeds zetten verzamelaars dit onderzoek voort.

Stijl

In deze stijl zigeunermuziek zijn de mooiste liederen en dansen uit de Hongaarse volksmuziek voorzien van interessante en specifieke harmonieën en spannende ritmiek, en de manier van spelen steeds ontwikkeld en verfijnd. Het spannende aan het ritme wordt niet zozeer gezocht in onregelmatige maatsoorten zoals bijvoorbeeld bij Bulgaarse muziek het geval is maar door het tempo vrij te laten zijn aan het gevoel van het moment. Dit levert een unieke onvoorspelbare ritmische vrijheid op. Soms ook zelfs binnen de maat. Aangezien er op het oor gespeeld wordt, is het orkest ieder moment in staat om de primas te volgen. De primas heeft ook de rol van dirigent en het orkest is gewend heel snel te kunnen reageren. Het orkest is vrij om de begeleiding in te vullen naar eigen keuze.